Graag voor de jaren 1994 tot 1998: 1. een statistische uitsplitsing: a) van
de bedragen die dat vertegenwoordigt; b) van het percentage dat het aan de meewerkende echtgenoot toegekend deel vertegenwoordigt in verhouding tot
het inkomen van de zelfstandige; c) van de fiscale voordelen van de gezinnen van zelfstandigen wanneer de echtgenoot als zijnde niet-werkend wordt beschouwd, volgens dezelfde inkomenscategorieën; d) van de fiscale voordelen die voor dezelfde inkomenscategorieën uit de toepassing van het huwelijksquotiënt voortvl
...[+++]oeien; 2. de correlaties tussen de inkomens als zelfstandige en het inkomensgedeelte dat als aan de meewerkende echtgenoot toegekend deel wordt aangegeven en bijgevolg het fiscaal voordeel voor de betrokken zelfstandige dat uit de toewijzing van dat deel voortvloeit?