Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 2049/69 van de Raad van 17 oktober 1969 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden ( 3 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2863/71 ( 4 ) , g
een bepalingen meer bevat betreffende het toepassingsgebied van het denatureringspremiebewijs ; dat de uitvoeringsbepalingen op dit gebied zijn vastgesteld in Verordening ( EEG ) nr . 2061/69 van de Commissie van 20 oktober 1969 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening
...[+++] ( EEG ) nr . 772/71 ( 6 ) ; dat Verordening ( EEG ) nr . 2061/69 reeds enige malen werd gewijzigd en dat andere belangrijke wijzigingen noodzakelijk blijken ; dat het derhalve , met het oog op de duidelijkheid , dienstig is de uitvoeringsbepalingen betreffende de denaturering van suiker voor voederdoeleinden in een nieuwe verordening bijeen te brengen ; considérant que le règlement (CEE) nº 2049/69 du Conseil, du 17 octobre 1969, établissant les règles générales relatives à la dénaturation du sucre en vue de l'alimentation animale (3), modifié par le règlement (CEE) nº 2863/71 (4), ne prévoit plus de dis
positions relatives au champ d'application du titre de prime de dénaturation ; que les modalités d'application dans ce domaine ont été arrêtées par le règlement (CEE) nº 2061/69, de la Commission, du 20 octobre 1969, établissant les modalités d'application relatives à la dénaturation du sucre en vue de l'alimentation animale (5), modifié en dernier lieu par le règlement (CEE) nº 772/71
...[+++](6) ; que le règlement (CEE) nº 2061/69 a déjà été modifié à plusieurs reprises et que d'autres modifications importantes s'avèrent indispensables ; qu'il convient, dès lors, notamment pour des raisons de clarté, de fondre dans un nouveau règlement les modalités d'application en matière de dénaturation du sucre en vue de l'alimentation animale;