1. De bevoegde autoriteiten sluiten waar mogelijk samenwerkingsregelingen met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen betreffende de uitwisseling van informatie met toezichthoudende autoriteiten in derde landen, de handhaving van verplichtingen die in derde landen uit deze verordening voortvloeien en het nemen van soortgelijke maatregelen door de toezichthoudende autoriteiten van derde landen ter aanvulling van krachtens hoofdstuk V genomen maatregelen. Deze samenwerkingsregelingen garanderen ten minste een doeltreffende informatie-uitwisseling die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat stelt hun taken krachtens deze verordening uit te
...[+++]voeren.
1. Les autorités compétentes concluent, lorsque c’est possible, des arrangements de coopération avec les autorités de surveillance de pays tiers prévoyant l’échange d’informations avec les autorités de surveillance de pays tiers, le respect des obligations résultant du présent règlement dans les pays tiers et l’adoption de mesures similaires par les autorités de surveillance des pays tiers en vue de compléter les mesures prises en vertu du chapitre V. Ces arrangements de coopération garantissent au moins un échange efficace d’informations permettant aux autorités compétentes d’accomplir leurs missions au titre du présent règlement.