3. De door de lidstaat aangewezen bevoegde instantie ziet erop toe dat de voorschriften inzake de samenstelling en de kenmerken, met name de zuiverheidsgraad, van de in de bijlagen IV, V en VI genoemde producten, in acht zijn genomen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 213/2001 van de Commissie (12).
3. L'organisme compétent désigné par l'État membre s'assure que la composition et les caractéristiques, notamment le degré de pureté, des produits figurant aux annexes IV, V et VI ont été respectées conformément au règlement (CE) no 213/2001 de la Commission (12).