Wordt de aanvraag onontvankelijk bevonden, dan wordt de aanvrager binnen 14 kalenderdagen na de indiening van de vergunningsaanvraag hiervan door de Bestendige Deputatie van de provincieraad of de in het eerste lid vermelde gemachtigde ambtenaar, schriftelijk in kennis gesteld, met vermelding van de reden van de onontvankelijkheid en gebeurlijk met vermelding van de overheid die bevoegd geacht wordt kennis te nemen van de vergunningsaanvraag.
Si la demande est irrecevable, la Députation permanente du conseil provincial ou le fonctionnaire délégué mentionné à l'alinéa premier en informe le demandeur par écrit dans les 15 jours calendaires suivant l'introduction de la demande d'autorisation avec indication de la raison de l'irrecevabilité, ainsi que, éventuellement, de l'identité de l'autorité jugée compétente pour prendre connaissance de la demande d'autorisation.