2. De delegatie van bevoegdheden waarnaar in artikel 3, lid 4, onder d), artikel 5, lid 5, de derde alinea van artikel 17, lid 3, onder c), en artikel 19, leden 1, en 5 tot en met 7, wordt verwezen, wordt aan de Commissie toegekend voor een onbepaalde periode vanaf [de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].
2. La délégation de pouvoirs visée à l’article 3, paragraphe 4, point d), à l’article 5, paragraphe 5, à l’article 17, paragraphe 3, point c), troisième alinéa, et à l’article 19, paragraphes 1, 5, 6 et 7, est accordée à la Commission pour une durée indéterminée à compter du [date d’entrée en vigueur de la présente directive].