1° als de sporter in een individueel geval voor een overtreding van een antidopingregel als vermeld in artikel 3, 1° en 2°, van het decreet, kan aantonen dat hem geen schuld treft of nalatigheid te verwijten is voor de overtreding, vervalt de periode van uitsluiting die normaal van toepassing was.
1° lorsque le sportif peut établir, dans un cas particulier lié à une violation des règles antidopage telle que visée à l'article 3, 1° et 2° du décret, qu'aucune faute ou négligence ne lui est imputable concernant la violation, la période d'exclusion normalement applicable devient nulle.