Naar aanleiding hiervan wil ik de aandacht van het geachte lid vestigen op d
e conclusies van de bewuste recente arresten van de Raad van State (RvS nr. 219.389, 16 mei 2012, HALIN; RvS. nr. 219.042, 25 april 2012, GANSEMAN; RvS, nr. 218.834, 5 april 2012, GILLET; RvS, nr. 218.820, 4 april 2012, BOLETTE): "[...] de verzoeker kreeg van de tweede tegenpartij,[ ...], dat wil zeggen vóór de indiening van het onderhavige beroep, bi
jkomende informatie over zijn prestaties, waarmee hij inzicht kon krijgen in de manier waarop zijn competent
...[+++]ies werden beoordeeld en over elementen kon beschikken waardoor hij de redenen voor zijn niet-slagen kent [...]".À ce
t effet, je tiens à porter l'attention de l'honorable membre sur les conclusions desdits arrêts récents du Conseil d'État (C.E. n°219.389, 16 mai 2012, HALIN ; C.E. n°219.042, 25 avril 2012, GANSEMAN ; C.E., n° 218.834, 5 avril 2012, GILLET ; C.E., n°218.820, 4 avril 2012, BOLETTE): "[...] le requérant a obtenu de la seconde partie adverse, [...], soit avant l'introduction du présent recours, des informations complémentaires relatives à ses prestations, ce qui lui a permis de co
mprendre la manière dont ses compétences ont été a
...[+++]ppréciées et de disposer d'éléments lui permettant de connaître les raisons de son échec [...]".