Op dezelfde wijze heeft de wetgever, voor ' de volledig anoni
eme getuigenis ', ' bewust [ervoor] gekozen de beoordeling of de getuige die wenst anoniem te blijven inderdaad recht heeft op dit beschermingsstatuut, uitsluitend aan de onderzoeksrechter toe te vertrouwen ' (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1185/001, p. 27), en heeft hij het amendement aangenomen waarbij werd voorgesteld om die maatregel van het mini onderzoek uit te sluiten omdat het gaat om ' een uitzonderlijk bewijsmiddel dat afwijkt van het gemeen recht omdat het afbreuk doet aan het recht van verdediging [en] op tegenspraak da
...[+++]t wordt bekrachtigd door artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ' (Parl. St., Kamer, 2000-2001, DOC 50-1185/007, p. 3).
De même pour le ' témoignage anonyme complet ', le législateur a décidé ' sciemment de confier uniquement au juge d'instruction le soin d'apprécier si le témoin qui souhaite garder l'anonymat a bien droit à ce statut protégé ' (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50 1185/001, p. 27), et il a adopté l'amendement qui proposait d'exclure cette mesure de la mini-instruction parce qu'il s'agit ' d'un mode de preuve exceptionnel, exorbitant du droit commun en ce qu'il porte atteinte au droit de défense [et] de contradiction consacré par l'article 6 de la C.E.D.H' (Doc. parl., Chambre, 2000-2001, DOC 50 1185/007, p. 3).