Overwegende dat er een bezwaarindiener het feit betreurt dat het traject van het aflopend hemelwater op het plateau van Flettin, waar ze in de ondergrond verdwijnen via een zinkgat, in het effectenonderzoek niet aan bod komt; dat hij vragen heeft bij enerzijds de afvoer van dat aflopend hemelwater wanneer het zinkgat eenmaal verdwenen zal zijn bij de ontsluiting van de noordwestelijke uitbreiding en bij anderzijds de eventuele band tussen dat hemelwater en het heropborrelen van de Bretaye en bijgevolg op de gevolgen van de uitbating op de waterkwaliteit bij deze karstbron;
Considérant qu'un réclamant regrette que le trajet que parcourent les eaux de ruissellement sur le plateau de Flettin, au sein duquel elles disparaitraient via un chantoir ou une doline, n'ait pas été étudié par l'étude d'incidences; qu'il s'interroge, d'une part, sur les processus d'évacuation de ces eaux de ruissellement lorsque le chantoir aura disparu suite à la mise en oeuvre de l'extension Nord-ouest et, d'autre part, sur l'éventuel lien entre ces eaux de ruissellement et la résurgence de Bretaye, et, par conséquent, sur les conséquences de l'exploitation sur la qualité des eaux de cette résurgence;