Art. 374. In afwijking van artikel 236, § 1, 1° en 4° van deze wet en van artikel 16 van de wet van 8 augustus 1997, en niettegenstaande de artikelen 17 tot 20 van laatstgenoemde wet, indien de kredietinstelling na het treffen van een saneringsmaatregel of na de opening van een faillissem
entsprocedure onder bezwarende titel beschikt over een onroerend goed, een schip of een luchtvaartuig dat onderworpen is aan inschrijving in een openbaar register, dan wel over financiële instrumenten of rechten op dergelijke instrumenten waarvan het bestaan of de overdracht een inschrijving veronderstelt in een register, op een rekening of in een gecen
...[+++]traliseerd effectendepot bijgehouden of gesitueerd in een andere lidstaat, wordt de nietigheid of de niet-tegenwerpbaarheid van deze handeling beoordeeld op grond van het recht van de lidstaat waar dat onroerend goed gelegen is of onder het gezag waarvan dat register, die rekening of dat effectendepot wordt bijgehouden.Art. 374. Par dérogation à l'article 236, § 1 , 1° et 4°, de la présente loi et à l'article 16 de la loi du 8 août 1997, et nonobstant les articles 17 à 20 de cette dernière loi, si l'établissement
de crédit dispose à titre onéreux, après l'adoption d'une mesure d'assainissement ou l'ouverture d'une procédure de faillite, d'un immeuble, d'un navire ou d'un aéronef soumis à immatriculation dans un registre public, d'instruments financiers ou de droits sur de tels instruments dont l'existence ou le transfert suppose une inscription dans un registre, un compte ou auprès d'un système de dépôt centralisé détenus ou situés dans un autre Etat
...[+++]membre, la nullité ou l'inopposabilité de cet acte est appréciée au regard de la loi de l'Etat membre sur le territoire duquel le bien immobilier est situé, ou sous l'autorité duquel ce registre, ce compte ou ce système de dépôt est tenu.