Terwijl de inhouding van BTW-kredieten, overeenkomstig het ter uitvoering van de in het geding zijnde bepaling genomen artikel 8.1, § 3, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969, « geldt als bewarend beslag onder derden tot het geschil definitief wordt beëindigd op administratieve wijze of bij wijze van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis of arrest », bepalen de artikelen 1425 en 1492 van het Gerechtelijk Wetboek :
Alors que, conformément à l'article 8.1, § 3, alinéa 4, de l'arrêté royal n° 4 du 29 décembre 1969, qui a été pris en exécution de la disposition en cause, la retenue des crédits de TVA « vaut saisie-arrêt conservatoire jusqu'à ce que le litige soit définitivement terminé, soit au plan administratif, soit par un jugement ou un arrêt coulé en force de chose jugée », les articles 1425 et 1492 du Code judiciaire disposent :