« Houdt artikel 110, § 1, 3°, van het Werkloosheidsbesluit van 25 november 1991 een schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de hoedanigheid van werknemer met gezinslast toekent aan de werknemer die onderhoudsuitkeringen verschuldigd is op grond van een notariële akte in het kader van een procedure tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed met onderlinge toestemming, terwijl die hoedanigheid niet wordt toegekend aan de werknemer die op grond van een notariële akte in het kader van
een regeling van de beëindiging met onderlinge toestemming van een
ongehuwd samenwonen, onderho ...[+++]udsuitkeringen verschuldigd is, in casu voor het kind dat uit het ongehuwd samenwonen is geboren ?« L'article 110, § 1, 3°, de l'arrêté réglementant le chômage du 25 novembre 1991 viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il accorde la qualité de travailleur ayant charge de famille au travailleur redevable d'une pension alimentaire sur la base d'un acte n
otarié intervenu dans le cadre d'une procédure de divorce ou de séparation de corps par consentement mutuel, alors que cette qualité n'est pas reconnue au travailleur qui, en vertu d'un acte notarié intervenu dans le cadre d'une cessation par consentement mutuel d'un concubinage, est redevable d'une pension alimentaire, en l'espèce pour l'enfant né de ce concubinag
...[+++]e ?