Art. 21. De aanmoedigingspremie bij verminderde arbeidsduur kan niet gecombineerd worden met een tweede deeltijdse of voltijdse tewerkstelling in hoofde van de werknemer, met de inkomsten uit een zelfstandige activiteit tenzij deze reeds in bijberoep werd uitgeoefend gedurende minstens 1 jaar vóór de aanvang van de verminderde arbeidsduur, met een onderbrekingsuitkering noch met een aanmoedigingspremie als bedoeld in de artikelen 4, 7, 10 en 14 van dit besluit.
Art. 21. La prime d'encouragement en cas de durée du travail réduite ne peut être combinée avec un deuxième emploi à temps plein ou à temps partiel dans le chef du travailleur, avec les revenus d'une activité indépendante à moins que celle-ci n'ait déjà été exercée à titre accessoire pendant au moins un an avant le début de la durée du travail réduite, avec une allocation d'interruption ou avec une prime d'encouragement telle que visée aux articles 4, 7, 10 et 14 du présent arrêté.