1. Vertegenwoordigers van Staten die Partij zijn bij het Statuut, die bijeenkomsten van de Vergadering en haar hulporganen bijwonen, vertegenwoordigers van andere Staten die de bijeenkomsten van de Vergadering en de hulporganen als waarnemers mogen bijwonen overeenkomstig artikel 112, eerste lid, van het Statuut, en vertegenwoordigers van Staten en van intergouvernementele organisaties die zijn uitgenodigd voor bijeenkomsten van de Vergadering en haar hulporganen, genieten de volgende voorrechten en immuniteiten bij de uitoefening van hun officiële functies en gedurende hun reis naar en van de plaats van bijeenkomst :
1. Les représentants des États Parties au Statut qui assistent à des séances de l'Assemblée et de ses organes subsidiaires, les représentants d'autres États qui peuvent assister aux séances de l'Assemblée et de ses organes subsidiaires en qualité d'observateurs en vertu de l'article 112, paragraphe 1, du Statut, et les représentants des États et des organisations intergouvernementales invités aux séances de l'Assemblée et de ses organes subsidiaires jouissent, dans l'exercice de leurs fonctions officielles et au cours de leurs déplacements à destination ou en provenance du lieu de la réunion, des privilèges et immunités suivants :