1. « Schendt artikel 5, eerste lid, c), van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, zoals in dat besluit ingevoegd bij artikel 44 van de wet van 1 aug
ustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre de leden van het onderwijzend personeel die een politiek mandaat van schepen uitoefenen, worden geacht een bijbetrekking in het onderwij
s uit te oefenen en ...[+++]bijgevolg geen aanspraak kunnen maken op een pensioen ten laste van de Schatkist wegens de uitoefening van hun activiteit als lid van het onderwijzend personeel, terwijl de personeelsleden van de andere overheidsdiensten die eveneens een schepenmandaat uitoefenen, aanspraak kunnen maken op een pensioen ten laste van de Schatkist door het bestaan van hun ambt in een overheidsdienst ?1. « L'article 5, alinéa 1 , c), de l'arrêté royal du 15 avril 1958 portant le statut pécuniaire des membres du personnel enseignant, scientifique et assimilé du ministère de l'instruction publique, tel qu'inséré dans cet arrêté par l'article 44 de la loi du 1 août 1985
portant des mesures fiscales et autres, ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution et les principes d'égalité et de non-discrimination en ce que les membres du personnel de l'enseignement qui exercent un mandat politique d'échevin sont considérés comme étant en fonction accessoire dans l'enseignement et ne peuvent en conséquence pas prétendre à une pension
...[+++] à charge du trésor public du fait de l'exercice de leur activité de membre du personnel de l'enseignement alors que les membres du personnel des autres services publics qui exercent également un mandat d'échevin peuvent eux prétendre à une pension à charge du trésor public du fait de l'existence de leur fonction dans un service public ?