Bijgevolg werd de voorkeur eraan gegeven « alleen aandacht te schenken aan de verdragen ter zake waarvan mogelijke conflicten konden worden voorzien en de andere verdragen buiten beschouwing te laten omdat conflicten minder waarschijnlijk zijn », zoals het Haags Verdrag van 1961 tot afschaffing van de vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten.
C'est pourquoi l'on avait choisi « de ne considérer que les conventions pour lesquelles paraissaient exister des conflits potentiels prévisibles, en laissant de côté les autres conventions pour lesquelles les possibilités de conflits semblaient moins probables », telle que la Convention de La Haye de 1961 supprimant l'exigence de la légalisation des actes publics étrangers.