7. De bijkomende in punt 2C bedoelde capaciteit, die in 2003 eventueel niet volledig gebruikt wordt en waarvoor de overeenstemmende financiële middelen niet gebruikt mochten worden in het kader van projecten zoals bedoeld in het vorige lid, mag in « portefeuille » gehouden worden gedurende een periode van 2 jaar na het referentiejaar voor toekenning van de overeenstemmende RVT-equivalenten, wanneer het gaat om bestaande structuren, en van 5 jaar, wanneer het om nieuwbouw gaat.
7. La capacité supplémentaire définie dans le point 2C qui ne serait pas utilisée totalement en 2003 et pour laquelle les moyens financiers correspondants n'auraient pas été utilisés dans le cadre de projets, tels que visés à l'alinéa précédent, peut-être gardée en « portefeuille », pendant une période de 2 ans après l'année de référence d'octroi des équivalents MRS correspondants, lorsqu'il s'agit de reconversion de structures existantes et de 5 ans lorsqu'il s'agit de nouvelles constructions.