L. overwegende dat het Hof van Justitie ondanks deze jurisprudentie steeds heeft geoordeeld dat wanneer nationale bepalingen buiten het werkingsgebied van het Gemeenschapsrecht vallen, de Gemeenschap geen jurisdictie heeft voor het beoordelen van de verenigbaarheid van die bepalingen met de fundamentele rechten op de naleving waarvan het Hof toeziet (zie bijvoorbeeld het bevel van 6 oktober 2005 in de zaak C-328/04: Vajnai [2005], Jurispr. I-8577), punten 12 en 13),
L. considérant que, en dépit de cela, il ressort de la jurisprudence constante de la Cour de justice que lorsque des dispositions nationales ne se situent pas dans le champ d'application du droit communautaire, il n'y a pas de juridiction communautaire pour évaluer la compatibilité de ces dispositions avec les droits fondamentaux dont la Cour assure le respect (voir, notamment, l'ordonnance du 6 octobre 2005 dans l'affaire C-328/04 Vajnai [2005] REC I-8577), points 12 et 13),