De indieners stellen daarom voor dat, naar analogie van andere wetgeving waar er sprake is van omkering van de bewijslast telkens wanneer een bijzonder bewijs moeilijk is te leveren, dat de kandidaat-uitkeringsgerechtigde die gedurende een bepaalde periode in het buitenland heeft verbleven, zou worden verplicht om het bewijs te leveren dat hij geen buitenlandse (voornamelijk onroerende) eigendommen bezit die hem zouden verhinderen te voldoen aan de criteria voor het bekomen van sociale bijstand.
Par analogie avec d'autres lois prévoyant un renversement de la charge de la preuve chaque fois qu'une preuve particulière est difficile à fournir, nous proposons dès lors que le candidat bénéficiaire de l'aide sociale qui a séjourné pendant une période déterminée à l'étranger soit obligé de prouver qu'il ne possède pas de propriétés (en particulier immobilières) à l' étranger, qui l'empêcheraient de satisfaire aux critères d'obtention de l'aide sociale.