B. overwegende dat het VN-Verdrag over burgerrechten en politieke rechten, in het bijzonder deel 2, artikel 3, een bijzondere bescherming biedt voor de vrouwen en dat de Universele verklaring van de rechten van de mens, in het bijzonder de artikelen 1, 2 (1), 19, 21 (1), 21 (3), onverkort op vrouwen kunnen worden toegepast;
B. considérant que le Pacte des Nations unies relatif aux droits civils et politiques et, en particulier, sa partie 2, article 3, offre une protection particulière aux femmes et que la Déclaration universelle des droits de l'homme et, en particulier, les articles 1 , 2 (1), 19, 21 (1), 21 (3), est intégralement applicable aux femmes;