24. wijst erop dat voor 2030 naar schatting investeringen nodig zijn van een biljoen euro in het elektriciteitsnet en de energieopwekkingscapaciteit van de EU en 150 miljard euro in het gasnet; wijst erop dat de investeringen van de EU vooral gericht moeten zijn op energieprojecten die de grootste toegevoegde waarde en kosteneffectiviteit opleveren met het oog op de doelstellingen van het klimaatbeleid van de EU, met name energiebesparing en energie-efficiëntie, alsmede hernieuwbare energie;
24. fait observer que d'ici à 2030, il faudra 1000 milliards d'investissements pour la production et la distribution de l'électricité et 150 milliards pour les réseaux gaziers; souligne que les dépenses de l'UE relatives à des projets énergétiques devraient être centrées sur les investissements apportant la plus grande valeur ajoutée et contribuant le mieux à la réalisation des objectifs de l'UE en matière de changement climatique, notamment les projets d'économies d'énergie et d'efficacité énergétique ainsi que les investissements dans les réseaux d'énergie renouvelable;