41. merkt op dat als gevolg van de crisis grote tekortkomingen in het toezichtstelsel aan het licht zijn gekomen; dringt erop aan de mogelijkheden voor toezichtarbitrage mondiaal tot een minimum te beperken door middel van bindende afspraken op G20-niveau en binnen de EU, en hieraan, voor zover dat haalbaar is, een eind te maken door toepassing van een gemeenschappelijk reglement voor financiële diensten;
41. observe que la crise a mis au jour une déficience fondamentale du système de surveillance; demande que les possibilités d'arbitrage réglementaire soient réduites à l'échelle mondiale grâce à l'adoption d'un accord ferme au niveau du G 20 et au sein de l'Union européenne, et souhaite que ces possibilités disparaissent, dans la mesure du possible, sous l'effet de l'application d'un règlement commun des services financiers;