De lidstaten hebben daarmee een bindende rechtsorde gecreëerd, zoals ook op andere gebieden van het EU‑recht, hoewel er tot het verstrijken van de overgangsperiode op grond van Protocol 36 bij het Verdrag van Lissabon geen handhavingsmechanisme kan worden toegepast.
Les États membres ont donc créé un ordre juridique qui les lie au même titre que dans d’autres domaines du droit de l’Union, même si aucun mécanisme coercitif n’est prévu avant l’expiration de la période transitoire fixée dans le protocole nº 36 annexé au traité de Lisbonne.