BG, CZ, EE, LT en PT hebben de bepaling dat van de verzoeker "redelijkerwijs" kan worden verwacht dat hij in het relevante deel van het land blijft niet omgezet, terwijl andere lidstaten voor de toepassing ervan gedetailleerde richtsnoeren hebben opgesteld: RO eist dat het UNHCR erkent dat er binnenlandse vluchtmogelijkheden zijn, en het nationaal recht in SE bepaalt dat de verzoeker een reële mogelijkheid moet hebben om zonder onnodige pijn of onnodig lijden te leven.
BG, CZ, EE, LT et PT n’ont pas transposé la disposition selon laquelle il est «raisonnable» d’estimer que le demandeur peut rester dans cette partie du pays, alors que d’autres États membres ont formulé des recommandations spécifiques sur sa mise en œuvre: RO demande que l’existence de la fuite à l’intérieur du pays soit reconnue par le HCR et SE que le demandeur ait réellement la possibilité de mener une vie dénuée de toute souffrance ou épreuve inutiles.