overwegende dat de EU, middels voorschriften die eind 2010 moeten worden toegepast, een duurzame productie van hernieuwbare energie bevordert; overwegende dat de invoer naar de EU van bio-ethanolbrandstof reeds goed is voor meer dan 25 % van de EU-consumptie, exclusief bio-ethanol die de EU wordt ingevoerd in de vorm van mengsels teneinde de invoerrechten te ontduiken; overwegende dat de Commissie moet zorgen voor een evenwicht tussen de interne bio-ethanolproductie en de invoer ervan, overeenkomstig artikel 23, lid 5, onder a), van de richtlijn hernieuwbare energie (Richtlijn 2009/28/EG (5)),
considérant que l'Union encourage une production durable des énergies renouvelables, par le biais de normes devant être appliquées d'ici la fin de 2010; que l'Union importe déjà plus de 25 % de sa consommation de bioéthanol-carburant, à l'exclusion du bioéthanol importé sous forme de mélanges en vue de contourner les droits à l'importation; que la Commission doit veiller à l'équilibre entre la production intérieure et les importations de bioéthanol, conformément à l'article 23, paragraphe 5, point a), de la directive sur les énergies renouvelables (directive 2009/28/CE (5)),
