Tot slot voerde APPA Biocaburantes aan dat, zelfs bij een vergelijking van de kosten van biobrandstoffen met de prijs vóór belasting van fossiele brandstoffen aan de pomp, de twee eenmalige gevallen van mogelijke overcompensatie louter tijdelijk waren en een gevolg waren van de aard van de regeling inzake fiscale steun voor biobrandstoffen (waarbij bepaalde absolute hoeveelheden vooraf worden vastgesteld en evaluaties achteraf worden uitgevoerd) en de sterk volatiele prijzen van landbouwgrondstoffen (de belangrijkste component van de productiekosten van biobrandstof).
Enfin, l’APPA Biocarburantes prétend que même en comparant les coûts des biocarburants au prix hors taxe des combustibles fossiles en station-service, les deux seuls cas de surcompensation possible ont été purement provisoires et sont dus à la nature même du régime des aides fiscales accordées aux biocarburants (montants absolus fixés a priori et évaluations réalisées a posteriori) et à la grande volatilité des prix des matières premières agricoles, qui sont la principale composante des coûts de production des biocarburants.