In het op grond van het UNFCCC en het
Protocol van Kyoto aangenomen besluit 19/CP.7 wordt onderstreept dat milieu-integriteit moet worden bereikt door onder meer degelijke modaliteiten, voorschriften en richtsnoeren voor de mechanismen, degelijke en strikte beginselen en regelingen inzake landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouwactiviteiten, en dat rekening wordt gehouden met zaken als niet-duurzaamheid, additionaliteit, lekkage, onzekerheden alsmede sociaal-economische en milieugevolgen, met inbegri
p van gevolgen voor biodiversiteit en natuurlijke ecos ...[+++]ystemen in verband met bebossings- en herbebossingsprojectactiviteiten.Les décisions 15/CP.7 et 19/CP.7 adoptées conformément à la CCNUCC et au protocole de Kyoto soulignent que l’intégrité de l’environnement doit être assurée, entre autres, par des modalités, règles et lignes directrices rationnelles concernant les mécanismes, par des principes et règles rationnels et stricts régissant les activités liées à l’utilisa
tion des terres, au changement d’affectation des terres et à la foresterie, et que les questions de non-permanence, d’additionnalité, de pertes par infiltration, d’incertitudes et d’impact socio-économique et environnemental, notammen
t les effets sur la ...[+++]biodiversité et les écosystèmes naturels, liés aux activités de projets de boisement et de reboisement doivent être prises en compte.