10. wijst erop dat het gebruik van biomass
a uit hout niet mag leiden tot extra druk op natuurlijke bossen en altijd moet worden gestimuleerd op manieren die verenigbaar zijn met de verbetering van de ecologische kwaliteit van bossen; beklemtoont dat duurzaamheid in de bosbouw niet mag volstaan met minder oogsten dan de natuurlijke nagroei
acht te slaan op de biodiversiteit; meent dat de productie van biomassa niet mag leiden tot uitbreiding van kunstmatige bosaanplant ten koste van habitats met een hoge waarde voor de natuur, zoals
...[+++]natte weidegronden, moerassen, semi-natuurlijke steppelandschappen en mediterraan maquis; 10. fait observer que l'utilisation de la biomasse forestière ne doit pas entraîner une pression accentuée sur les forêts naturelles et doit toujours être promue selon des modalités compatibles avec le renforcement de la qualité écologique des forêts; souligne que la durabilité, en sylviculture, ne peut être limitée à un rythme d'abattage plus lent que la croissance naturelle
tout en ignorant la biodiversité; est d'avis que la production de biomasse ne doit pas déboucher sur l'expansion de plantations de forêts artificielles aux dépens d'habitats à haute valeur naturelle tels que des prairies humides, des marais, des steppes semi-natur
...[+++]elles et le maquis méditerranéen;