2. Uiterlijk in 2014 brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de verwezenlijking van de in artikel 7 bis genoemde doelstelling voor broeikasgasemissies in 2020, waarbij zij rekening houdt met de noodzaak van samenhang tussen deze doelstelling en de in artikel 3, lid 3 van Richtlijn 2009/28/EG bedoelde doelstelling, met betrekking tot het aandeel van hernieuwbare energiebronnen in de vervoersector en in de context van de in de artikel 23, leden 8 en 9, van deze richtlijn bedoelde verslagen.
2. Au plus tard en 2014, la Commission soumet un rapport au Parlement européen et au Conseil relatif à la réalisation de l’objectif de réduction des émissions de gaz à effet de serre pour 2020, tel que mentionné à l’article 7 bis, en tenant compte de la nécessité de cohérence entre cet objectif et l’objectif visé à l’article 3, paragraphe 3, de la directive 2009/28/CE, en ce qui concerne la part de l’énergie renouvelable dans les transports, à la lumière des rapports mentionnés à l’article 23, paragraphes 8 et 9, de ladite directive.