Aldus wordt de volgende bepaling: „Aangezien de knoflookteelt een winterteelt is die wordt aangeplant op klei-kalkbodems die veel water vasthouden, is irrigatie slechts gerechtvaardigd in gevallen van een groot watertekort gedurende de belangrijke perioden voor de ontwikkeling van de bollen: vanaf het stadium 3-5 bladeren (fase van actieve groei) en tijdens de vorming van de klisters (mei)”.
Ainsi la disposition suivante: «La culture de l’ail étant une culture d’hiver implantée sur des sols argilo-calcaires à forte capacité de rétention d’eau, l’irrigation ne se justifie qu’en cas de déficit hydrique important au cours des périodes “clés” pour le développement des bulbes: à partir du stade 3-5 feuilles (phase de croissance active) et pendant la formation des caïeux (mai)».