Zo moet ook de blastocyst als embryo worden gekwalificeerd – een later stadium van de embryonale ontwikkeling op een bepaald moment, te weten ongeveer vijf dagen na de bevruchting – want, aldus de advocaat-generaal, het beginsel van de menselijke waardigheid, waarnaar de richtlijn verwijst , is van toepassing op de bestaande mens, op het geboren kind, maar tevens op het menselijk lichaam vanaf het eerste ontwikkelingsstadium ervan, dat wil zeggen dat van de bevruchting.
De même, la qualification d’embryon doit être accordée au blastocyste – stade ultérieur du développement embryonnaire considéré à un instant donné, à savoir cinq jours environ après la fécondation – car, selon l’avocat général, le principe de la dignité humaine, auquel se réfère la directive , s’applique à la personne humaine existante, à l’enfant qui est né, mais également au corps humain depuis le premier stade de son développement, c’est-à-dire celui de la fécondation.