De aangehaalde grondwetsbepalingen zijn geschonden, nu de wetgever in artikel 4, eerste lid, van de wet van 3 juli 1978 geen enkel onderscheid maakt tussen werknemers-bedienden (die de taak van handelsvertegenwoordiger vervullen) en werkgevers (verzekeringsagenten, -bemiddelaars, -makelaars) die voor eigen rekening in de verzekeringssector werkzaam zijn, wat voor P. Vercooren tot gevolg heeft dat hij verstoken blijft van de bijzondere beschermingsmaatregelen die in principe voor handelsvertegenwoordigers gelden.
Les dispositions constitutionnelles citées sont violées en ce que le législateur n'établit aucune distinction, à l'article 4, alinéa 1, de la loi du 3 juillet 1978, entre les travailleurs-employés (qui exercent la fonction de représentant de commerce) et les employeurs (les agents, intermédiaires et courtiers d'assurances) qui agissent dans le secteur des assurances pour leur propre compte, ce qui a pour effet que P. Vercooren se voit privé des mesures de protection particulières qui sont en principe applicables aux représentants de commerce.