33. is ongerust over de constateringen van de Rekenkamer inzake de jaarlijkse activiteitenverslagen en het samenvattend verslag (Jaarverslag, punten 1.17 - 1.25); meent dat onverwijld werk moet worden gemaakt van deze constateringen zodat de waarde van deze documenten als boekhoudin
strumenten behouden blijft; ziet echter in dat de berekening van een resterend foutenpercentage slechts één van de methoden is die de Commissie voor het ramen van het risico lopende bedrag aanwendt; vraagt de Commissie om consistente richtsnoeren te verstrekken waaraan alle directoraten-generaal zich dienen te houde
...[+++]n;
33. se dit préoccupé par les observations de la Cour des comptes relatives aux rapports annuels d'activité et au rapport de synthèse (rapport annuel, points 1.17-1.25); estime que face à ces observations, des mesures doivent être prises immédiatement afin de préserver l'intérêt de ces documents comme outils comptables; reconnaît toutefois que le calcul d'un taux d'erreur résiduel n'est qu'une des méthodes employées par la Commission pour estimer les montants exposés à un risque; demande à la Commission de définir des orientations cohérentes qui seront mises en œuvre par toutes les directions générales;