Ongewijzigd blijven derhalve de bepalingen van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, de afwijkende regeling van de wetten van 17 mei 2006 (1) en van 21 april 2007 (2) , de afwijkende bepalingen van koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen (3) , alsook de wetten 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers (4) .
Demeurent ainsi intacts les dispositions de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive, le régime dérogatoire des lois du 17 mai 2006 (1) et du 21 avril 2007 (2) , les dispositions dérogatoires de l'arrêté royal nº 22 du 24 octobre 1934 relatif à l'interdiction judiciaire faite à certains condamnés et aux faillis d'exercer certaines fonctions, professions ou activités (3) , ainsi que les lois du 25 juin 1998 réglant la responsabilité pénale des ministres (4) .