Indien het onderbreken van de netgebruikers van de in gebreke blijvende bevrachter onmogelijk of onvoldoende mocht blijken wordt het plan voor incidentenbeheer bedoeld in afdeling 4.3 van dit hoofdstuk geactiveerd.
Si l'interruption des utilisateurs du réseau de l'affréteur défaillant s'avérait impossible ou insuffisante, le plan de gestion d'incidents visé à la section 4.3 du présent chapitre est activée.