De houder van een vergunning moet het bewijs leveren dat hij voortdurend beschikt over een borgstellingskrediet gelijk aan 1% van het in 2° vermelde netto-zakencijfer, met dien verstande dat deze verplichte borgstelling pas op 30 juni of zes maanden na het afsluiten van de jaarrekening wordt berekend en pas wordt gewijzigd als het zakencijfer een wijziging van het borgstellingskrediet met tenminste 10.000 euro toelaat, en het borgstellingskrediet minimaal 25.000 en maximaal 300.000 euro bedraagt.
Le titulaire d'une autorisation est tenu de prouver qu'il dispose en permanence d'un crédit de cautionnement égal à 1% du chiffre d'affaires net visé au 2°, étant entendu que ce cautionnement obligatoire n'est calculé que le 30 juin ou six mois de la clôture des comptes annuels, et n'est modifié que lorsque le chiffre d'affaires permet une modification du crédit de cautionnement d'au moins 10.000 euros, et le crédit de cautionnement est de 25.000 euros au minimum et de 300.000 euros au maximum.