Overwegende dat het aan de Commissie dient te worden overgelaten bepaalde uitvoeringsmaatregelen te treffen ; dat er, om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken, een procedure dient te worden ingesteld waarbij in het kader van het bij besluit van de Raad van 14 juni 1966(1) ingestelde Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw, een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht,
considérant qu'il convient de confier à la Commission le soin de prendre certaines mesures d'application ; que, pour faciliter la mise en oeuvre des mesures envisagées, il convient de prévoir une procédure instaurant une coopération étroite entre les États membres et la Commission, au sein du Comité permanent des semences et plants agricoles, horticoles et forestiers, institué par la décision du Conseil du 14 juin 1966 (1),