De boshabitats dekken grote oppervlakten: daar zijn er veel bossen van de meta-climax van de beukenbossen (9130, 9150) maar minder wintereikenbossen (9160).
Les habitats forestiers couvrent des surfaces importantes : on y retrouve en forte proportion des forêts du métaclimax de la hêtraie (9130, 9150) et en plus faible proportion des chênaies pédonculées (9160).