De in artikel 5 bedoelde overheid, een andere spoorwegonderneming of een beheerder van de infrastructuur kunnen spoorwegvoertuigen niet weigeren of stilzetten wanneer deze Uniforme Regelen, de voorschriften van de Bijlagen van de Uniforme Regelen APTU, de bijzondere voorwaarden van een toelating met toepassing van artikel 7, § 2 of § 3 alsook de bouw- en uitrustingsvoorschriften in de Bijlage van het RID in acht zijn genomen.
L'autorité compétente visée à l'article 5, une autre entreprise de transport ferroviaire ou un gestionnaire d'infrastructure ne peuvent pas refuser ou immobiliser des véhicules ferroviaires lorsque sont respectées les présentes Règles uniformes, les prescriptions des Annexes des Règles uniformes APTU, les conditions particulières d'une admission en application de l'article 7, § 2 ou § 3 ainsi que les prescriptions de construction et d'équipement contenues dans l'annexe au RID.