3) De delegaties van de bovengenoemde staten verwijzen naar de verklaring die is afgelegd door de republiek Colombia (Nr. 45), in de mate dat deze verklaring en andere analoge teksten verband houden met de verklaring van Bogota van 3 december 1976, die door de equatoriale landen is afgelegd, alsook met de aanspraken die deze landen maken op het uitoefenen van soevereine rechten over bepaalde delen van de baan van geostationaire satellieten, en zijn van oordeel dat die aanspraken door deze Conferentie niet kunnen worden erkend.
3) Les délégations des États susmentionnés se réfèrent à la déclaration faite par la République de Colombie (Nº 45), dans la mesure où cette déclaration et tout autre texte analogue se rapportent à la déclaration de Bogota en date du 3 décembre 1976, émise par les pays équatoriaux, ainsi qu'aux prétentions de ces pays à exercer des droits souverains sur certaines portions de l'orbite des satellites géostationnaires, considèrent que ces prétentions ne peuvent être reconnues par la présente Conférence.