Dit document, dat een onmisbare voorwaarde is voor het op gang brengen van de samenwerking tussen de Europese Commissie en de Haïtiaanse regering heeft betrekking op de wijze van besteding van de hulp ten bedrage van 120 miljoen ecu (106 miljoen subsidies en 14 miljoen risicodragend kapitaal, dat door de EIB wordt beheerd) die door de Commissie is toegekend uit hoofde van de Vierde Overeenkomst van Lomé[1] . De tenuitvoerlegging van de samenwerking, die na de militaire staatsgreep in 1991 was onderbroken, is dus hervat.
Ce document, préalable essentiel à la mise en route de la coopération entre la Commission européenne et le gouvernement haïtien, porte sur les modalités d'utilisation d'une aide de 120 millions d'ECU (106 mio de subvention et 14 mio de capitaux à risques gérés par la BEI) accordée par la Commission au titre de la quatrième Convention de Lomé1. Interrompu en 1991, suite au coup d'état militaire, le processus de mise en oeuvre de la coopération a donc abouti.