(14) In de zaak British Leyland heeft de Europese Commissie als uitgangspunt genomen het bedrag van 1 000 frank dat in de zaak van General Motors Continental door het Hof van Justitie als redelijk werd aanvaard, aangepast aan de inflatie (Beschikking van 2 juli 1984 inzake een procedure op grond van artikel 86 E.E.G.-Verdrag, P.B. l 207, 2 augustus 1984, (11), 15, nr. 28 : « Bovendien ligt de prijs van 100 pond sterling aanzienlijk boven het bedrag dat het Hof van Justitie in zijn arrest in zaak 26/75, General Motors tegen Commissie, als redelijk aangaf, ook wanneer men rekening houdt met de inflatie »).
(14) Dans l'affaire British Leyland, la Commission européenne s'est basée sur le montant indexé de 1 000 francs que la Cour de justice avait jugé raisonnable dans l'affaire General Motors Continental (Décision du 2 juillet 1984 relative à une procédure fondée sur l'article 86 du Traité C.E., J.O. C.E. L 207, 2 août 1984, (11), 15, nº 28 : « Qui plus est, la redevance de 100 livres sterling dépasse largement le montant que la Cour de justice a indiqué comme raisonnable dans son arrêt General Motors Commission dans l'affaire 26-75, compte tenu de l'inflation qui a sévi depuis lors».