Indien dit niet het geval is, zal de BTW verschuldigd zijn door de ontvanger van de dienst op grond van artikel 51, § 2, 1º, a), van het BTW-Wetboek; in het tegengestelde geval zal de belasting op grond van artikel 51, § 1, 1º, van het BTW-Wetboek verschuldigd zijn door de vaste inrichting van die belastingplichtige in België, ongeacht of die inrichting tussenkomt in die handeling of niet.
Si ce n'est pas le cas, la TVA sera due par le preneur conformément à l'article 51, § 2, 1º, a), du Code de la TVA; dans le cas contraire, la taxe sera due par l'établissement stable en Belgique de cet assujetti conformément à l'article 51, § 1 , 1º, du Code de la TVA, qu'il intervienne ou non lors de cette opération.