Elke tekortkoming ten aanzien van de artikelen 48 en 49 van de wet, van de aan de PIE toevertrouwde opdrachten, van de vereisten inzake veiligheidsmachtigingen, of elke daad die of elk gedrag dat, zelfs buiten de uitoefening van de functie, een tekortkoming vormt ten aanzien van de beroepsverplichtingen of de waardigheid van de functie in het gedrang brengt, wordt naar behoren vastgesteld door de leidend ambtenaar van de PIE, en staat toe om een einde te stellen aan de detachering door de betrokken bevoegde dienst.
Tout manquement aux articles 48 et 49 de la loi, aux missions confiées à l'UIP, aux exigences en matière d'habilitation de sécurité ou tout acte ou comportement, même en dehors de l'exercice de la fonction, qui constitue un manquement aux obligations professionnelles ou qui est de nature à mettre en péril la dignité de la fonction, est dûment établi par le fonctionnaire dirigeant de l'UIP, et permet de mettre fin au détachement par le service compétent concerné.