De discussie omtrent de keuze van een maximumtermijn van tien of twintig jaar voor de persoonlijke rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid toont dit ten overvloede aan. Zo biedt een termijn van tien jaar de ondernemingen de mogelijkheid beter de financiële risico's van hun activiteiten in te schatten, terwijl een termijn van twintig jaar de benadeelde grotere rechtsbescherming biedt.
C'est ainsi qu'un délai de dix ans permet aux entreprises de mieux apprécier les risques financiers inhérents à leurs activités, alors qu'un délai de vingt ans offre une plus grande protection juridique à la personne lésée.