— op voorstel van de minister tot wiens bevoegdheid de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen behoort en van de minister van Buitenlandse Zaken en na advies van de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, legt de Koning ten minste eenmaal per jaar bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de lijst vast van de veilige landen van herkomst.
— sur la proposition du ministre qui a l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers dans ses compétences et du ministre des affaires étrangères et après avis du Commissaire général aux réfugiés et aux apatrides, le Roi détermine au minimum une fois par an par arrêté délibéré en Conseil des ministres la liste des pays d'origine sûrs.