De regeling inzake vrijstelling van de belasting die werd ingevoerd door artikel 56, § 2, van het BTW-Wetboek en wordt georganiseerd door het koninklijk besluit nr. 19 van 29 december 1992 voor de BTW-plichtigen wier belastbare jaarlijkse omzet niet meer bedraagt dan 5 625 euro, zou moeten worden uitgebreid of aangepast teneinde de vrijgestelde BTW-plichtigen en de niet-BTW-plichtige rechtspersonen te ontheffen van verplichtingen die buitensporig zouden lijken ten aanzien van de eventuele geringe omvang van de werkzaamheden in onroerende staat die ze met eigen middelen en voor eigen rekening uitvoeren.
Le régime de la franchise de la taxe instauré par l'article 56, § 2, du Code et organisé par l'arrêté royal TVA nº 19 du 29 décembre 1992 pour les assujettis dont le chiffre d'affaires taxable annuel ne dépasse pas 5 625 euros devrait être étendu ou adapté de manière à dispenser les assujettis exemptés et les personnes morales non assujetties d'obligations dont la portée s'avérerait être hors de proportion en comparaison avec l'éventuelle modicité des travaux immobiliers qu'ils effectuent par moyens propres et pour compte propre.