2. Ingeval één van de betrokken lidstaten binnen een termijn van zes maanden na de datum van verzending van een voorstel tot arbitrage er geen gevolg aan geeft, zet het Internationaal Bureau, indien het erom verzocht wordt, op zijn beurt de in gebreke blijvende lidstaat ertoe aan een scheidsrechter aan te duiden of duidt er ambtshalve zelf één aan.
2. Au cas où l'un des Pays-membres en cause ne donne pas suite à une proposition d'arbitrage dans le délai de six mois à partir de la date de son envoi, le Bureau international, si la demande lui en est faite, provoque à son tour la désignation d'un arbitre par le Pays-membre défaillant ou en désigne un lui-même, d'office.