Art. 66. Uiterlijk de vijfde dag volgend op de datum van de verwittiging die aan de veroordeelde overeenkomstig artikel 40 van de wet werd gegeven, of de dag volgend op deze waarop het verval wegens lichamelijke ong
eschiktheid ingaat, deelt het openbaar ministerie aan de
Minister en aan de burgemeester van de gemeente waar de veroordeelde is ingeschreven of vermeld in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister, of, bij gebrek aan inschrijving, aan de burgemeester van de gemeente waar hij zijn woonstkeuze heeft gedaan, de beslis
...[+++]sing mee waarbij het verval wordt uitgesproken, de duur en de reden ervan alsook de onderzoeken die ondergaan moeten worden krachtens artikel 38 van de wet.
Art. 66. Au plus tard le cinquième jour suivant la date de l'avertissement donné au condamné conformément à l'article 40 de la loi ou le lendemain du jour où prend cours la déchéance pour incapacité physique, le ministère public communique au Ministre et au bourgmestre de la commune où le condamné est inscrit ou mentionné dans les registres de la population ou des étrangers ou dans le registre d'attente, ou, à défaut d'inscription, au bourgmestre de la commune où il a élu domicile, la décision prononçant la déchéance, la durée et le motif de celle-ci ainsi que les examens à subir en vertu de l'article 38 de la loi.